, [], John F Hobbins, The Great Arraignment; The opening diatribe of the book of Isaiah (1:2-20) is remarkable for its searing rhetoric, yet it concludes by offering a return to prosperity should the people and leaders of Judah heed the word of their God. The speech begins with a call to heaven and earth to act as witnesses and a summary brief against the nation (verses 2-3). It ends with an appeal to reach a settlement and a conditional offer of rehabilitation (verses 18-20).
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Hoort des HEEREN woord, [35]gij oversten van Sodom! neemt ter ore [36]de wet onzes Gods, [37]gij volk van Gomorra! 35. Dat is, gij vorsten van Jerzulem, die waarlijk niet beter zijt dan de vorsten, regenten, of leidslieden te Sodom eertijds geweest zijn. Die zijn zonder genade uitgeroeid, maar ulieden geschiedt nog deze genade, dat gij des Heeren woord moogt horen; eilieve, neemt toch deze genade waar. Vergelijk met deze plaats Deut.32:32; Ezech.16:46. 36. Dat is, hetgeen ik ulieden uit Gods bevel aandien. Van het woord wet zie Ps.1:2. 37. Dat is, gij volk van Juda, die in boosheid den Gomorieten zijt gelijk geworden.